In mijn vorige blog heb ik de Omgevingswet geïntroduceerd. In deze blog zal ik verder ingaan op de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet en een korte uitleg geven van de instrumenten die hieronder vallen.
De vijf instrumenten
De Aanvullingswet grondeigendom bestaat uit vijf instrumenten: landinrichting, kavelruil, kostenverhaal, onteigening en voorkeursrecht. Deze instrumenten hebben met elkaar gemeen dat zij gevolgen hebben voor het gebruik van eigendom van gronden.
De wetgever streeft naar meer inzichtelijkheid door het bundelen van de vijf instrumenten in één wet. Daarnaast zal het gemakkelijker worden om de verschillende instrumenten gecombineerd te gebruiken.
Kavelruil
Kavelruil is op dit moment geregeld in de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg). Deze wet wordt ingetrokken wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Bij een kavelruil brengen minimaal drie partijen vrijwillig hun onroerende zaken samen. Vervolgens worden deze samengevoegd tot één massa. Deze massa wordt verkaveld en verdeeld onder de deelnemende partijen. Kavelruil is in de huidige regeling alleen mogelijk voor het landelijk gebied. Via de Aanvullingswet grondeigendom wordt ook kavelruil in het stedelijk gebied mogelijk gemaakt.
Landinrichting
Met dit instrument kan de provincie de landelijke inrichting verbeteren. Zij kunnen hier bijvoorbeeld herverkaveling voor inzetten. Dit is vergelijkbaar met kavelruil, met het belangrijke verschil dat kavelruil op vrijwillige basis is en herverkaveling afdwingbaar is. Landinrichting is nu ook geregeld in de Wilg. Deze wet wordt ingetrokken op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.
Kostenverhaal
Kostenverhaal is nu geregeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Wanneer de Omgevingswet in werking treedt, wordt deze wet ingetrokken. Kostenverhaal maakt het mogelijk om de kosten voor werken, werkzaamheden en maatregelen te verhalen op initiatiefnemers. Een belangrijk verschil tussen de huidige en toekomstige wetgeving is dat er een extra mogelijkheid voor kostenverhaal wordt toegevoegd, namelijk het systeem voor organische gebiedsontwikkeling. Bij dergelijke ontwikkelingen zijn er veel onzekerheden en de huidige regeling biedt hier onvoldoende mogelijkheden voor.
Onteigening
Via een onteigening kan de overheid een onroerende zaak van de eigenaar verkrijgen. Onteigening is niet vrijwillig, maar er moet wel sprake zijn van een algemeen belang
Onteigening is geregeld in de Onteigeningswet. Anders dan bij de andere instrumenten wordt de Onteigeningswet niet geheel ingetrokken. De regels over onteigening in geval van buitengewone omstandigheden blijven in de Onteigeningswet, de rest wordt wel ingetrokken.
Voorkeursrecht
Voorkeursrecht is geregeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). Ook deze wet wordt ingetrokken op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Het bevoegd gezag (gemeente, provincie of het Rijk) kan een voorkeursrecht vestigen op een onroerende zaak. Dit houdt voor de eigenaar van de zaak in dat wanneer zij de zaak wil vervreemden, de zaak eerst aan het bevoegd gezag aangeboden moet worden. Het bevoegd gezag mag vervolgens de keuze maken om wel of niet over te gaan tot koop.
Overgangsrecht
In zijn algemeenheid geldt dat de procedures die zijn gestart voor inwerkingtreding van de Omgevingswet op grond van de oude regeling worden afgerond. Voor de procedures die starten na de inwerkingtreding van de Omgevingsweg geldt uiteraard het nieuwe recht.
Tot slot
Met deze blog heb ik u enige informatie verschaft over de Aanvullingswet grondeigendom. In mijn volgende blogs zal ik nog verder inzoomen op de onderdelen kavelruil, kostenverhaal en voorkeursrecht. Mocht u naar aanleiding van deze blog nog vragen hebben, kunt u contact met ons opnemen.
Emma Duffhues