Bestuursrechtzaken in tijden van Corona – deel 3

01-05-2020

Hoewel de regering aan het kijken is naar het langzaam afbouwen van de maatregelen omtrent de corona-crisis, is deze voorlopig nog niet geheel achter ons. Voorlopig moeten we het ook in de rechtspraak doen met een andere manier van werken. Daarom deze week deel 3 in mijn serie ‘Bestuursrechtzaken in tijden van Corona’.

Nijmegen en het afhalen van bier-pakketten

Deze week ontstond er commotie in de gemeente Nijmegen omtrent een aantal cafés. Het is geen geheim dat cafés het op dit moment zwaar hebben, en om toch nog iets van inkomsten te hebben konden bierliefhebbers bij een aantal Nijmeegse cafés bier afhalen of laten bezorgen. Dat was buiten de gemeente Nijmegen gerekend, die deze ondernemers waarschuwde. Zij moesten stoppen met de afhaalmogelijkheid voor drank, anders zou een boete van €1.350,- volgen.

De gemeente doet hierbij een beroep op artikel 13 lid 1 van de Drank en Horecawet. Dit artikel luidt als volgt: “Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse.”. Hoewel de gemeente Nijmegen juridisch gezien wellicht een punt heeft, deed deze manier van handhaven de wenkbrauwen fronsen bij veel horecaondernemers en bewoners van de stad. Inmiddels heeft de gemeente toegezegd dat zij het bezorgen van drank gedurende de Corona-periode zullen gedogen. Afhalen blijft verboden.

Overigens was er ook nog om een andere reden kritiek op het handelen van de gemeente Nijmegen. Horeca-ondernemers claimen dat zij door een ‘mystery-shopper’ van de gemeente Nijmegen gebeld zijn, waarna zij de dag erna handhavers op de stoep hadden staan. De inzet van mystery guests in de horeca is geen nieuw fenomeen, en eerder schreef ik daar al een blog over.

Corona bij eerder geconstateerde overtredingen

Het mag ondertussen duidelijk zijn dat bestuursorganen rekening moeten houden met de corona-crisis, onder meer bij zaken waar mensen hun huis uit worden gezet. Zo blogde ik al eerder over een zaak van de Rechtbank Gelderland, waarbij iemand ten tijde van de Corona-crisis op straat werd gezet vanwege de vondst van drugs in een woning. Onacceptabel tijdens deze crisis stelde de Rechtbank.

In een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam lijkt die rechtbank deze lijn te volgen. De Rechtbank Rotterdam gaat daar bij ook nog een stapje verder. Het ging om een last onder dwangsom waarbij de bewoner vanwege illegale bewoning van een recreatiewoning zijn woning moest verlaten. Het primaire besluit tot oplegging van een last onder dwangsom dateerde daarbij al van oktober 2019. Nu de verbeuring van de last onder dwangsom dichtbij kwam, vroeg de belanghebbende om een voorlopige voorziening. Met succes, want vanwege de corona-crisis werd het besluit (tijdelijk) geschorst. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat het voor de bewoner niet goed zou zijn als hij op straat komt te staan, omdat hij dan meer kans loopt om met Corona besmet te raken. Dat het primaire besluit (en dus ook de constatering van de overtreding) daarbij van (ruim) voor deze crisis dateert, maakt niet uit.

Rechter wijst eis tot volledige lockdown van Nederland af

Tot slot een procedure waarin een groep burgers via een kort geding probeerde af te dwingen dat de overheid moet overgaan tot een volledige lockdown. Het mag haast geen verrassing heten dat de voorzieningenrechter in Den Haag deze eis heeft afgewezen.

Het uitgangspunt is dat de Staat in crisissituaties als deze een grote mate van (beleids)vrijheid heeft bij het nemen van maatregelen. Bovendien: de groep burgers heeft totaal niet onderbouwd wat er precies aan de huidige lockdownstrategie mankeert en hoe het anders zou moeten.

Robin Link

« Terug