De praktijk: Bewijs ’t maar es…

03-03-2016

Toen ik nog maar net beëdigd was, mocht ik met mijn patroon mee naar een zitting bij het Hof met een flamboyante, enigszins corpulente cliënt die – voorzien van het nodige goud om pols en vingers (alsmede een met goud behangen jongedame aan zijn zijde) – een buitenmaat vakantiekoffer meetorste waarin “het dossier” besloten lag. De cliënt zou zijn zaak niet alleen met de zware koffer vol papier kracht bijzetten, maar ook met een plastic zak met 750 erwtjes.

De wederpartij was een zaak begonnen ter ontbinding van de koop van een perceel grond, vanwege “bodemverontreiniging”. De zak met erwtjes symboliseerde het aantal boringen dat in de bodem was gedaan om de kwaliteit ervan in kaart te brengen. Het onderzoeksbureau had op 5 plaatsen inderdaad wat verontreiniging gevonden. Teneinde de zaak in perspectief te plaatsen, toonde de cliënt aan het Hof de zak met erwtjes, vervolgens haalde hij er 5 uit. Die plaatste hij demonstratief één voor één voor de raadsheren op de tafel. Naast de volle zak zagen de 5 losse erwtjes er nogal onbenullig uit. Een overtuigend beeld om daarmee aan te geven dat de wederpartij zich ten onrechte op de ontbinding beriep.

Hoe de zaak is afgelopen, kan ik mij niet meer herinneren, maar daar gaat het nu ook niet om. In deze column komen wat je zou kunnen noemen de bijzaken van de praktijk aan bod. Denk aan: de koppige cliënt, de arrogante rechter, de professor-doctor-wederpartij, de confraternele correspondentie, het contact met de orde. Gebeurtenissen uit de praktijk van alledag waar iedereen wel eens mee te maken heeft en die grappig, leerzaam, vervelend, curieus, klachtwaardig of uitdagend zijn.

Deze keer gaat het over aantonen, bewijzen of… verbeelden. Hoe vaak heb je niet een cliënt aan je bureau zitten die een heel verhaal afsteekt over “afspraken” waaruit volgt dat een vordering op een wederpartij zeer kansrijk is? Eén van de eerste vragen in zo’n gesprek is dan “Waar blijkt die afspraak uit?”. Of de cliënt die een technisch ingewikkelde zaak heeft, waarvan je inschat dat hij een goede kans maakt, als je de kwestie bij de rechtbank goed kunt uitleggen. Of een wederpartij die van een mug een olifant maakt, waardoor de zaak “uit balans” bij de rechtbank uit balans dreigt te raken (het zijn net mensen toch?). De zak met erwtjes is een goed voorbeeld van een simpel maar doeltreffend middel om de rechtbank naast de geschreven argumenten en papieren bewijsmiddelen een beeld mee te geven. Uit onderzoek blijkt dat ons geheugen veel beter is in het onthouden van beelden, dan van woorden. Dat geldt natuurlijk ook voor de rechtbank als men aan het raadkameren is.

In 2012 werden een aantal cliënten, eigenaren van appartementsrechten, geconfronteerd met onteigening van een gedeelte van het appartementsrecht. Om in die zaak aan de rechtbank (én de wederpartij én – niet onbelangrijk – de eigen cliënten) uit te leggen wat de gedeeltelijke onteigening deed voor het appartementsrecht, werd de legodoos van het kroost thuis geplunderd. Het pleidooi werd onderbroken voor het opbouwen een legobouwwerk (zie afbeelding) waarvan een foto in het proces-verbaal is opgenomen. Of de zaak daarmee gewonnen wordt, is bij het schrijven van deze column nog niet bekend. De winst die met de verbeelding in elk geval werd behaald, was dat de kern van de zaak voor alle deelnemers aan het proces duidelijk was geworden. Een bijzaak misschien, maar geen onbelangrijke.

Caren

« Terug