De Richtlijn Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden houdt voor flexkrachten, denk aan oproepkrachten, min-max-werkers, platformwerkers etc., een verdergaande bescherming in. Juist deze arbeidskrachten krijgen specifieke rechten voor wat betreft transparantie en voorspelbaarheid.
Een minimale voorspelbaarheid van het werk
Er wordt een nieuwe wettelijke bepaling, artikel 7:628b BW, ingevoerd. Op grond van dit artikel kan de werknemer met een geheel of grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon slechts verplicht worden arbeid te verrichten op tevoren vastgelegde referentiedagen en -uren. Met het begrip ‘werkpatroon’ wordt bedoeld: ‘de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht’.
Er is sprake van grotendeels onvoorspelbare tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht, als het merendeel van de arbeidstijd niet vooraf bekend is. Denk met name aan oproepkrachten.
Referentiedagen en -uren
Deze referentiedagen en -uren moeten bij aanvang van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer zijn verstrekt op grond van de uitgebreide informatieplicht van de werkgever.
Let op, buiten deze vooraf afgesproken referentiedagen kan de werknemer niet verplicht worden om arbeid te verrichten.
Aantal referentiedagen en -uren
De wet stelt geen beperking aan het aantal referentiedagen en -uren dat partijen kunnen afspreken. Strikt genomen zou het aldus mogelijk zijn om alle dagen van de week en alle uren van de dag aan te duiden als referentiedagen en -uren. Dit betekent evenwel dat het effect, oftewel de achterliggende gedachte van de Richtlijn wordt ondermijnd.
Oproeptermijn van 4 dagen
Het afspreken van referentiedagen en -uren, laat onverlet de bij oproepcontracten geldende minimale oproeptermijn van 4 dagen. Wordt een oproep binnen de geldende termijn geannuleerd (of gewijzigd), dan heeft de werknemer dus recht op loon over de tijd van de oorspronkelijke oproep.
Onmiddellijke werking
De nieuwe bepaling heeft onmiddellijke werking. Dit betekent dat u er goed aan doet om zo spoedig mogelijk met flexkrachten in overleg treedt om afspraken te maken over referentiedagen en -uren. Doet u dit niet, dan moet u er rekening mee houden dat de werknemer in principe niet verplicht kan worden om te komen werken.
Overgang naar zekerdere vormen van werk
Een andere maatregel voor flexkrachten is het verzoek om ‘een vorm van arbeid met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden’. Denk hierbij aan een verzoek om een voltijdscontract, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of vaste arbeidsomvang, maar ook een werknemer die verzoekt om een kortere / andere referentieperiode waarbinnen hij kan worden opgeroepen of een meer voorspelbaar arbeidspatroon.
De werknemer kan dit verzoek bij de werkgever indienen, als de werknemer ten minste 26 weken voorafgaand aan het beoogde ingangstijdstip in dienst is bij de werkgever. De arbeid in de andere vorm moet wel beschikbaar zijn om het verzoek te kunnen honoreren.
Indien de werkgever niet binnen een maand – drie maanden voor werkgevers met minder dan tien werknemers – beslist, wordt de vorm van arbeid aangepast overeenkomstig het verzoek van de werknemer.
Heeft u vragen over flexkrachten, referentiedagen of de wetgeving Transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden? Neemt u dan contact op met onze arbeidsrechtspecialist Linda Jacobs.