Sinds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015, is het slapende dienstverband een punt van discussie. De Hoge Raad heeft nu bepaald dat de werkgever in beginsel verplicht is om mee te werken aan de beëindiging van een slapend dienstverband én de transitievergoeding te betalen.
Slapend dienstverband
Als een werknemer arbeidsongeschikt raakt, heeft een werkgever gedurende maximaal twee jaar (104 weken) de verplichting om het loon door te betalen. Gedurende die periode geldt ook een opzegverbod, de arbeidsovereenkomst kan in principe niet worden beëindigd. Ná twee jaar ziekte eindigt de loonbetalingsverplichting en kan de arbeidsovereenkomst wel worden beëindigd, ofwel met wederzijds goedvinden ofwel via een ontslagprocedure bij UWV (ontslaggrond: langdurige arbeidsongeschiktheid).
De werkgever (en werknemer) kan er ook voor kiezen om de arbeidsovereenkomst niet te beëindigen. De arbeidsovereenkomst loopt dan wel door, maar de werknemer werkt niet en de werkgever hoeft geen loon te betalen. Dit wordt het slapende dienstverband genoemd.
Transitievergoeding
De reden voor de opkomst van het slapende dienstverband, is gelegen in de verplichting om een transitievergoeding te betalen als de arbeidsovereenkomst eindigt op initiatief van de werkgever. De werkgever is deze vergoeding ook verschuldigd bij opzegging wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
Werkgevers vinden het in veel gevallen echter onrechtvaardig dat zij ook dan een transitievergoeding moeten betalen. Tijdens de arbeidsongeschiktheid hebben zij vaak al twee jaar het loon doorbetaald, re-integratiekosten gemaakt en tijd/energie gestoken in het herstel van de werknemer. De Wet Compensatie Transitievergoeding komt aan deze bezwaren tegemoet en biedt, vanaf 1 april 2020, de werkgever een compensatie voor de betaalde transitievergoeding na langdurige arbeidsongeschiktheid.
Verplicht beëindigen slapende dienstverbanden
In de afgelopen jaren hebben arbeidsongeschikte werknemers regelmatig procedures gevoerd tegen het slapende dienstverband. De inzet was om de werkgever te verplichten de arbeidsovereenkomst te beëindigen en de transitievergoeding te betalen. Op vrijdag 8 november 2019 heeft de Hoge Raad bepaald dat een werkgever moet meewerken met beëindiging van een slapend dienstverband én de transitievergoeding moet betalen. De grondslag hiervoor is het zogenoemde goed werkgeverschap. De uitspraak leest u hier, met in overweging 2.7.3:
“Als is voldaan aan de vereisten […] voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, geldt als uitgangspunt dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap […], gehouden is in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.”
Heeft u een werknemer in dienst met een slapend dienstverband? Houd er dan rekening mee dat hij/zij binnenkort verzoekt om mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de transitievergoeding eist.
Transitievergoeding na 104 weken
De Hoge Raad heeft vervolgens geoordeeld dat de transitievergoeding niet méér hoeft te bedragen dat hetgeen de werkgever had moeten betalen na twee jaar arbeidsongeschiktheid. De periode van het slapende dienstverband, hoeft dus niet te worden meegenomen in de berekening van de transitievergoeding.
Tenzij…
De beëindigingsverplichting voor de werkgever geldt niet als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Dit belang kan, aldus de Hoge Raad, bijvoorbeeld gelegen zijn in reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer.
Heeft u een werknemer met een slapend dienstverband? Wilt u meer weten over de mogelijkheden om een arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer te beëindigen?
Neemt u dan gerust contact op.