Mijn naam is Luc van de Sant, ik studeer dit jaar af aan de HAN (rechten). Ik schrijf mijn afstudeeronderzoek bij ALEX advocaten. Ik doe onderzoek naar geurhinder, in het bijzonder bij recyclingbedrijven.
In twee blogs vertel ik over mijn afstudeeronderzoek.
In deze eerste blog ga ik in op de geschiedenis van het geurbeleid in Nederland en het juridisch kader van geurhinder.
Geschiedenis van het geurhinder beleid
Nota Stankbeleid
De eerste vorm van geurhinder beleid ontstond in 1992. Toen werd de eerste Nota Stankbeleid aan de Tweede Kamer aangeboden. Relevante onderdelen werden opgenomen in de Nederlandse emissierichtlijn lucht. De nota werd in 1993 in de Tweede Kamer behandeld. De minister werd door middel van een motie gevraagd om de normstelling te wijzigen. Deze motie werd in de herziene Nota Stankbeleid verwerkt en in 1994 naar de Tweede Kamer verzonden.
Het bedrijfsleven had kritiek op de nieuwe normstelling en het gebrek aan inzicht in de kosten van het beleid. Volgens vergunningverleners stond het Rijksbeleid te ver af van de uitvoering in de praktijk. Na overleg met de branches en vergunningverleners heeft de minister van VROM het Stankbeleid aangepast. In 1995 is het Stankbeleid in werking getreden.
Doelstelling
De doelstelling van het Stankbeleid was dat voor het jaar 2010 er geen ernstige geurhinder meer te hebben. In het nationaal Milieubeleidsplan uit 1989 gold als doelstelling voor het jaar 2000 maximaal 750.000 geurhinder ondervindende woningen.
Handleiding geur
Het huidige beleid komt voort uit de herziene Nota Stankbeleid en de brief van de minister van VROM van 30 juni 1995. Het beleid richt zich op het bereiken van een acceptabel / aanvaardbaar hinderniveau. Wat dat is, wordt per situatie bekeken. Voor het bepalen van een acceptabel / aanvaardbaar hinderniveau is een stappenplan gemaakt. Deze is sinds 2012 opgenomen in hoofdstuk 3 van de door InfoMil uitgegeven ‘Handleiding geur: bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau van industrie en bedrijven (niet veehouderijen)’. Dit stappenplan kan voor zowel vergunningen als maatwerk voor industriële activiteiten worden toegepast.
Wettelijke kader
Het beleid voor geurhinder (van niet veehouderijen) is in Nederland sinds januari 2016 vastgelegd in artikel 2.7a van het Activiteitenbesluit milieubeheer. De algemene voorschriften voor geurhinder zijn verwerkt in Afdeling 2.3 Lucht en geur van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Doelvoorschrift
Het doelvoorschrift (norm in de wet waar bedrijven zich aan moeten houden) voor geurrelevante activiteiten bestaat vrijwel altijd uit het voldoen aan het aanvaardbaar hinderniveau. Het belangrijkste uitgangspunt dat volgt uit het Activiteitenbesluit milieubeheer is dat aan dit doel voldaan wordt als het bedrijf de maatregelen uit de Activiteitenregeling toepast. Het Activiteitenbesluit milieubeheer legt meestal alleen maatregelen op en stelt over het algemeen geen geurnormen. De enige uitzondering hierop is de activiteit ‘Behandeling van stedelijk afvalwater’, waar als doelvoorschrift een maximale geurbelasting is vastgesteld.
Lokaal beleid
Lokale overheden (provincies en gemeenten) zijn bevoegd om een eigen beleid op te stellen voor geurhinder. Meerdere provincies en gemeenten hebben lokaal geurbeleid ontwikkeld. In het lokale geurbeleid, van bijvoorbeeld Gelderland, worden algemene voorschriften voor geurhinder opgenomen.
Geuronderzoek
Het bevoegd gezag kan in bepaalde situaties een geuronderzoek verlangen wanneer er het redelijke vermoeden bestaat dat geurhinder bij geurgevoelige objecten (zoals woningen) niet voorkomen kan worden of tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt.
Maatwerkvoorschriften
Wanneer er toch sprake is van een overschrijding van het aanvaardbaar hinderniveau, kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften opstellen.
Stappenplan
Voor het opstellen van deze maatwerkvoorschriften, kan gebruik worden gemaakt van het stappenplan voor ‘Maatwerk Activiteitenbesluit’. Dit stappenplan maakt onderdeel uit van de Handleiding geur.
Conclusie
Het geurhinderbeleid in Nederland (met betrekking tot recyclingbedrijven) is vooral gebaseerd op het principe ‘aanvaardbaar / acceptabel’ hinderniveau. De Handleiding geur is een belangrijk hulpmiddel om te bepalen wat dit niveau is. Het wettelijke kader voor geurhinder van recyclingbedrijven (niet veehouderij bedrijven) vloeit voort uit het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer. Er kunnen maatwerkvoorschriften worden gesteld.
Wil je meer weten hierover? Mijn stagebegeleider Caren Schipperus kan je hier verder mee helpen.
Luc van de Sant, 4e jaars student rechten aan de HAN