Contactgegevens
Telefoon: +31 88 4104411
E-mail: info@alexadvocaten.nl
Adres: Spoorstraat 43, 6602 AW Wijchen

Home » CHEMOURS: lessen voor het bedrijfsleven

CHEMOURS: lessen voor het bedrijfsleven

Chemours handelt onrechtmatig! Dat is de voorlopige stand van zaken in een procedure die de gemeenten Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Molenlanden hebben aangespannen tegen internationale concern Chemours. Op 27 september 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam in een tussenvonnis geoordeeld dat de uitstoot van PFOA naar de lucht in de periode 1984 tot 1998 door Chemours een onrechtmatige daad is jegens deze gemeenten. Wat betekent deze blog voor het bedrijfsleven? In deze blog bespreek ik de uitspraak, aan het einde van de blog leg ik uit welke lessen ondernemingen hier concreet uit kunnen trekken.

De fabriek van Chemours

De chemische stof PFOA (en later GenX-stoffen) wordt gebruikt voor de productie van bijvoorbeeld Teflon. Teflon kennen we o.a. van de anti-aanbaklaag in onze koekenpannen. Bij het productieproces komt PFOA in de lucht terecht. Voor de uitstoot daarvan werd voor het eerst in juli 1968 een vergunning verstrekt aan Chemours door de gemeente Dordrecht. Navolgende vergunningen zijn verleend door de Provincie. Omstreeks 2012 is Chemours overgestapt van PFOA naar GenX-stoffen. Ook voor de uitstoot van deze stoffen heeft de Provincie herhaaldelijk vergunningen verleend.

Bodemverontreiniging

Via de lucht kwam de stof terecht op en in de bodem in de omgeving van de fabriek. Via die route komt de stof in voeding en drinkwater terecht. Het RIVM en onderzoeksbureau Arcadis brachten rapporten uit over de kwaliteit van gewassen, moestuinen en water rondom de fabriek. De conclusie van deze onderzoeken was – kort samengevat – dat een deel van de gewassen beter niet gegeten kan worden, omdat mensen dan te veel PFOA binnen zouden krijgen. Het opruimen van de verontreiniging is heel kostbaar (en ingewikkeld).

Standpunten Gemeenten

De gemeenten stelden zich in de procedure op het standpunt dat Chemours onrechtmatig heeft gehandeld door – kort samengevat – a) PFOA uit te stoten ondanks dat Chemours wist van de risico’s van PFOA voor mens en milieu en b) het veroorzaken van bodem- en grondwaterverontreiniging. De gemeenten baseren zich hierbij op informatie van Chemours zelf, waaruit blijkt dat Chemours op de hoogte was de schadelijkheid van PFOA.

Verweer Chemours

Chemours voerde verweer. Volgens Chemours was haar handelen niet onrechtmatig en zouden de door de gemeente en Provincie verleende vergunningen haar vrijwaren van aansprakelijkheid. Daarmee bedoelt Chemours dat de overheid die de vergunningen aan Chemours heeft verleend, Chemours niet aansprakelijk kan stellen als er uiteindelijk door het gebruik van de vergunningen schade ontstaat.

Vrijwaart een vergunning?

In het algemeen verleent een vergunning voor bepaalde handelingen, geen vrijwaring tegen aansprakelijkheid jegens bijvoorbeeld de buren. Dat is al lang een uitgemaakte zaak. In dit geval is het de vraag of dat anders is, omdat degene die het bedrijf aansprakelijk stelt, óók degene is die daarvoor een vergunning heeft verleend.

Overwegingen Rechtbank

De Rechtbank gaat daarom eerst in op de vraag welke invloed de verstrekte vergunningen hebben op de aansprakelijkheid van Chemours. De Rechtbank overweegt dat:

  1. een vergunninghouder er in beginsel op mag vertrouwen dat een vergunning conform wet is verleend;
  2. bij de vergunningverlening een gedegen belangenafweging heeft plaatsgevonden;
  3. de vergunninghouder gerechtigd is om van de vergunning gebruik te mogen maken.

Een voorwaarde hierbij is wel dat de vergunninghouder alle relevante informatie waarover deze beschikt, heeft gedeeld met het bevoegd gezag. Voor Chemours geldt dit laatste des te meer, omdat Chemours zelf Teflon heeft ontwikkeld. Dat brengt zelfs een extra verantwoordelijkheid voor Chemours met zich mee om het bevoegd gezag juist en volledig te informeren. De rechtbank oordeelde dat op Chemours een informatieplicht rustte.

Informatieplicht

Aangaande deze ‘informatieplicht’, onderscheidde De Rechtbank diverse periodes.

Tot 1984

Over de periode tot 1984 is volgens de Rechtbank niet komen vast te staan dat Chemours onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt. Daarmee slaagt het verweer van Chemours dat de verleende vergunning tot 1984 een vrijwarende werking had.

Vanaf 1984 tot 1998

Dat wordt anders vanaf 1984. Uit onderzoek naar een fabriek van Chemours in de VS bleek namelijk dat er PFOA was aangetroffen buiten die fabriek, door emissies van PFOA via de lucht. Ook was gebleken dat de stof schadelijk was. Deze informatie was bij de Nederlandse tak van Chemours in Dordrecht bekend. Volgens de Rechtbank had Chemours deze informatie niet mogen negeren. Sterker nog, ondanks dat de juridische en medische afdelingen van Chemours in de VS waarschijnlijk zouden adviseren om te stoppen met PFOA (als hen dat was gevraagd), werd dat niet gedaan. Dat vond Chemours in de VS niet “economically attractive” (het zou het vermoedelijke einde van het product betekenen).

De Rechtbank vond dat Chemours de Provincie daarover had moeten informeren. Dat heeft Chemours niet gedaan. Door het verzwijgen van relevante informatie, kan Chemours geen beroep doen op de vrijwarende werking van de verleende vergunning.

De Rechtbank concludeerde dat Chemours in ieder geval in de periode vanaf 1984 tot 1998 onrechtmatig heeft gehandeld door het verzwijgen van relevante informatie en het ondanks reële zorgen over de mogelijke schadelijke gevolgen van PFOA, niet stoppen of verlagen van de uitstoot.

Vanaf 1998

Over de periode vanaf 1998 kon de Rechtbank nog geen oordeel geven en gaf zij de gemeenten in de procedure de kans om opheldering te geven.

Tussenstand en gevolgen uitspraak

De Rechtbank hechte grote waarde aan het onjuist en onvolledig informeren door Chemours van de Provincie bij de vergunningverlening. Het werd Chemours kwalijk genomen dat zij de uitstoot niet heeft gestopt, althans verlaagd, toen bij Chemours reële zorgen waren over mogelijk schadelijke gevolgen van de uitstoot van PFOA.

Er liggen nog een aantal standpunten bij de rechter op tafel, waarover nog een oordeel gevormd moet worden. De omvang van de schade die Chemours moet vergoeden is ook nog niet bekend. De uitspraak van de Rechtbank geeft wel een voorlopige tussenstand weer.

Aangifte

De uitspraak is gekomen in de periode tussen de aangifte in augustus 2023 van advocate Bénédicte Ficq namens 2.400 omwonenden en het bericht dat het OM een strafrechtelijk onderzoek start. Het OM gaat expliciet bekijken of leidinggevenden van het bedrijf strafrechtelijk aansprakelijk zijn.

Wake-up call

Ik zie de uitspraak van de rechtbank als een wake-up call voor het bedrijfsleven. Zeker gezien de ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De les voor het bedrijfsleven is duidelijk. Informatie achterhouden over de schadelijkheid van je product? Risicovol! In dat soort gevallen kan en mag een vergunning geen vrijwaring zijn voor onrechtmatig handelen. Nieuwe informatie of ontwikkelingen moet je (natuurlijk) melden bij het bevoegd gezag. Het is belangrijk dat bedrijven hun interne organisatie op orde hebben. Informatie, ook nieuwe inzichten, over de eventuele schadelijkheid van producten moet als onderwerp direct op de agenda van de bestuurstafel terecht komen.

Meer weten?

Wil je hier meer over weten? Ik praat je graag bij over wat directies van ondernemingen van deze uitspraak kunnen leren.

Britt Loeffen

Contact opnemen

Naam
We reageren zo spoedig mogelijk, tijdens kantooruren.