Omgevingsvergunningen voor een bouwproject worden aangevraagd op naam van de ontwikkelaar, de grondeigenaar, de architect of op naam van de aannemer die het project gaat bouwen. Wie van deze vier is vergunninghouder volgens de wet? Wie kan worden aangesproken op de naleving van de voorschriften? En hoe draag je een omgevingsvergunning voor een bouwproject over?
Vergunninghouder
De omgevingsvergunning is een zaaksgebonden vergunning[1]. In de wet[2] staat dat een vergunning geldt voor een ieder die het project uitvoert. De vergunninghouder is niet per definitie degene aan wie de vergunning ooit is verleend (de persoon of de onderneming op wiens naam de vergunning is aangevraagd).
Met degene die het project uitvoert, is bedoeld degene die voor die uitvoering verantwoordelijk is. Meestal is dit de eigenaar of opdrachtgever. Hij moet de vergunningvoorschriften naleven of zorgen dat ze door zijn werknemers of contractanten worden nageleefd. Degene die het project uitvoert, kan uit meer dan een (rechts)persoon bestaan.
De bestuursrechter vat het begrip vergunninghouder ruim op[3]: daaronder kunnen de ontwikkelaar, de grondeigenaar en de aannemer vallen. De architect komt hier minder voor in aanmerking (tenzij er sprake is van een directievoerend architect).
Overdracht omgevingsvergunning
Als degene die een project uitvoert, dat project aan een ander gaat overdragen, moet hij dat tenminste een maand van te voren aan het bevoegd gezag melden dat hij dat gaat doen. Zo gauw die overdracht een feit is, is de opvolgende uitvoerder van het project de vergunninghouder.
Gegevens
Bij de melding van de overdracht moeten gegevens worden verstrekt[4]. Gemeenten / omgevingsdiensten hanteren daarvoor modelformulieren. Deze formulieren moeten volgens de invulvelden ondertekend worden door de oorspronkelijke aanvrager van de vergunning en de nieuwe uitvoerder. Deze formulieren sluiten dus (ten onrechte) niet aan bij de wet en de jurisprudentie over het (ruime) begrip ‘vergunninghouder’. Lang niet altijd is de oorspronkelijke aanvrager namelijk de vergunninghouder volgens de wet en omgekeerd: er zijn vaak meerdere entiteiten die volgens de wet als vergunninghouder kwalificeren.
Dat kan problemen geven. Wat veel voorkomt is dat vooruitlopend op de opdrachtverstrekking aan een aannemer, de vergunning door hem op diens naam wordt aangevraagd. Als er dan uiteindelijk geen overeenkomst tot stand komt en de opdrachtgever met een andere aannemer in zee wil, moet de vergunning nog wel worden overgedragen. Een teleurgestelde aannemer kan proberen dwars te liggen door te weigeren het formulier te ondertekenen.
Een melding die niet voorzien is van de handtekening van de oorspronkelijke aanvrager, behoort evenwel niet te worden geweigerd door het bevoegd gezag, als degene die het formulier wel ondertekent, kan worden aangemerkt als uitvoerder van het project.
Tip!
Om onzekerheden of discussies te voorkomen, is het verstandig om goed na te denken op wiens naam een omgevingsvergunning voor een bouwplan wordt aangevraagd. Ook een beding in een overeenkomst met de aannemer die hem bijvoorbeeld verplicht tot medewerking aan de overdracht van een verleende omgevingsvergunning, kan hier een bijdrage aan leveren.
[1] Pagina 113 Memorie van toelichting, kamerstukken II 2006/2007, 30844 nummer 3 bij artikel 2.28 (later vernummerd naar 2.25).
[2] Artikel 2.25 lid 1 Wabo staat dat een omgevingsvergunning geldt voor eenieder die het project uitvoert waarop zij betrekking heeft. De vergunninghouder draagt ervoor zorg dat de aan de vergunning verbonden voorschriften worden nageleefd.
4.1. In de bij de Wabo behorende Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 2006-2007, 30 844, blz 113) staat bij voormeld artikel onder meer het volgende vermeld:
“De omgevingsvergunning is een zaaksgebonden vergunning. De «vergunninghouder» is dus niet degene aan wie de vergunning ooit is verleend, maar degene die het project uitvoert waarop de vergunning betrekking heeft. Met degene «die het project uitvoert» is bedoeld degene die voor die uitvoering verantwoordelijk is, dus de eigenaar of opdrachtgever. Die moet de vergunningvoorschriften naleven of zorgen dat ze door zijn werknemers of contractanten worden nageleefd. De «vergunninghouder», dat wil zeggen degene «die het project uitvoert», kan uit meer dan een (rechts)persoon bestaan. (…)”.
Uit deze passage volgt dat de tweede volzin van artikel 2.25, eerste lid, van de Wabo moet worden gelezen in samenhang met de eerste volzin van dat artikellid en dat het in de tweede volzin gebezigde begrip “vergunninghouder” in ruime zin moet worden opgevat. Onder dat begrip moet hier worden verstaan degene die het project uitvoert, dat wil zeggen degene die voor die uitvoering verantwoordelijk is en voor wie de omgevingsvergunning derhalve geldt.
[4] Artikel 4.8 Besluit omgevingsrecht