Van wie is het ongeboren veulen als een drachtige merrie wordt verkocht? Van de koper, zo oordeelde de Rechtbank in Zwolle op 30 augustus 2023.
Waar ging het over?
Kort samengevat ging de zaak over een verkoper die zijn drachtige merrie verkocht aan een koper. Enkele maanden na de verkoop beviel de merrie van een veulen. De verkoper stelde dat het veulen van hem was en hij eiste van de koper dat die het veulen zou afgeven aan hem. De koper weigerde dit, waarop de verkoper een kort geding startte bij de Rechtbank in Zwolle. In die procedure vorderde de verkoper afgifte van het veulen.
Kort geding procedure
De voorzieningenrechter overwoog op de eerste plaats dat bij verkoop van de drachtige merrie, de eigendom van deze merrie is overgegaan van de verkoper naar de koper. Daarmee is automatisch ook de eigendom van het – toen nog – ongeboren veulen overgegaan op de koper, omdat het ongeboren veulen onderdeel uitmaakte van de drachtige merrie.
Deze redenatie had anders kunnen zijn als partijen uitdrukkelijk afspraken over de eigendom van het (ongeboren) veulen hadden gemaakt. De verkoper en de koper hadden dan moeten afspreken dat het (ongeboren) veulen van de verkoper zou blijven. De verkoper had het bestaan van zo een afspraak wel aangevoerd, maar had daar niet voldoende bewijs van aangedragen. De koper betwistte het bestaan van een dergelijke afspraak. Omdat het een kort geding procedure betrof, in welk soort procedures veel minder ruimte is voor bewijslevering, werd de verkoper ook niet toegestaan om nader bewijs aan te dragen. Dat zou in een ‘normale’ procedure mogelijk wel zijn toegestaan.
Lessen geleerd…
Uit deze uitspraak kunnen een aantal lessen worden geleerd.
Ten eerste dat het belangrijk is om uitdrukkelijk een afspraak te maken over de eigendom van het ongeboren veulen wanneer een drachtige merrie wordt verkocht.
Ten tweede het belang van het schriftelijk vastleggen van deze afspraak, zodat later aangetoond kan worden dat de afspraak is gemaakt en wat de inhoud van de afspraak is. En als derde dat het voeren van een kort geding procedure risicovoller is in zaken waarin er weinig bewijsmateriaal voorhanden is.
Tot slot
Ik ben benieuwd of de verkoper in kwestie nog een ‘normale’ procedure gaat starten en er dan in slaagt om te bewijzen dat hij met de koper heeft afgesproken dat het veulen van hem zou blijven. Wilt u advies over een vergelijkbare kwestie of andere hippisch juridische vraagstukken, bel of mail mij dan voor een vrijblijvende kennismaking. Ik sta u graag te woord.
