In een aantal blogs ga ik in op de verschillende wijzigingen in de WAB – Wet Arbeidsmarkt in Balans. Deze blog gaat over de WW-premie.
Financiering ww-premie
In de huidige situatie worden de eerste zes maanden van een WW-uitkering gefinancierd door sectorpremies. Daarna wordt de WW-uitkering gefinancierd door het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). Deze financiering wordt gewijzigd.
De reden hiervoor is het aantrekkelijker maken van vaste contracten en het hogere risico op werkloosheid van flexkrachten te beprijzen.
Aard arbeidsovereenkomst
Met de WAB wordt vanaf 1 januari 2020 dit systeem verlaten en komt de sectorpremie te vervallen. De hoogte van de WW-premie wordt gekoppeld aan de aard van de arbeidsovereenkomst. De hoofdregel is dat een lage premie mag worden afgedragen voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, een vaste contract.
Een nulurencontract of min-maxcontract voor onbepaalde tijd is hiervan weer uitgesloten. Daarvoor moet de hogere WW-premie worden betaald. Ook als de loondoorbetalingsplicht, maximaal 26 weken, is uitgesloten, dan geldt de hogere WW-premie. En uiteraard geldt de hogere WW-premie voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
De premies voor 2020 zijn vastgesteld op:
- Hoog 7,94%
- Laag 2,94%
Herzien van lage premie
De wetgever heeft al aangekondigd dat in sommige gevallen de WW-premie, met terugwerkende kracht, kan worden herzien. Zo mag een werknemer, onder de lage premie, maximaal 30% betaald overwerk verrichten. Bij meer dan 30%, wordt de hoge premie met terugwerkende kracht toegepast. Dit geldt overigens niet voor fulltime contracten.
Ook bij beëindiging van het contract tijdens de proeftijd, wordt alsnog de hoge premie verschuldigd over het betaalde loon.