Raad van State geeft duidelijkheid over artikel 13b Opiumwet

20-03-2018

Op grond van artikel 13b Opiumwet kan een burgemeester tijdelijk een woning sluiten wanneer er een hoeveelheid drugs wordt aangetroffen die bestemd is voor verkoop, aflevering of verstrekking. Volgens de aanwijzing Opiumwet ligt de ‘handelsgrens’ bij 0,5 gram harddrugs of 5 gram softdrugs. Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant is over deze ‘handelshoeveelheid’ lange tijd discussie geweest. Met een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is aan deze discussie een einde gekomen.

Bewijslast voor een handelshoeveelheid

De jurisprudentielijn die lange tijd gehanteerd werd, volgt uit de aanwijzing Opiumwet. Op basis hiervan is bij 0,5 gram harddrugs al sprake van een handelshoeveelheid (en is dus een tijdelijke sluiting van de woning mogelijk). Dit komt echter niet overeen met de werkelijkheid: harddrugs verslaafden gebruiken 2 tot 5 gram per dag. Bovendien is het niet aannemelijk dat deze verslaafden elke dag weer de tocht naar hun dealer maken: zij zullen als het mogelijk is een voorraadje (voor eigen gebruik) hebben.

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant onderkende dit en kwam in een uitspraak met een statement. Wanneer sprake is van een grensgeval tussen een hoeveelheid voor de handel en een hoeveelheid voor eigen gebruik, ligt de bewijslast voor een handelshoeveelheid bij de sluitende gemeente. Deze uitspraak zorgde voor onduidelijkheid bij gemeentes; want waar ligt de grens tussen een handelshoeveelheid en een gebruikershoeveelheid. Ook was niet duidelijk hoe een gemeente de drugshandel aannemelijk moest maken.

Oordeel van de Afdeling

De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft nu een einde aan deze onduidelijkheid gemaakt. De Rechtbank is teruggefloten. Er is geen aanleiding af te wijken van de handelsgrens bij 0,5 gram harddrugs en 5 gram softdrugs. De Afdeling noemt deze hoeveelheid weliswaar ‘arbitrair’, maar niet onredelijk. Met het oog op de rechtszekerheid worden deze hoeveelheden aangehouden. Het staat de betrokkene nog wel vrij om aan te tonen dat géén sprake is van een handelshoeveelheid. De Afdeling geeft handvatten om dit aan te tonen, maar de bewijslast ligt niet bij de gemeente.

Met deze uitspraak van de Afdeling is alles weer bij het oude. Burgemeesters in het hele land zullen opgelucht ademhalen: enkel het vinden van een handelshoeveelheid drugs is voldoende om een pand tijdelijk te sluiten. Dat dit soms een zeer ingrijpend instrument is, is onderwerp van een andere blog.

Robin Link

 

 

« Terug